Jubileumcongres: Auris 10 jaar

Picture-Taker-8qDunBTerugblikkend op het, in mijn ogen overwegend fantastische, congres van afgelopen vrijdag weet ik het nog steeds zeker: het wonder van taal heeft mij gevangen.
Taal als communicatiemiddel. Misschien wel het belangrijkste onderdeel dat de mens onderscheidt van de rest van alle fauna op de wereld. Even los van het feit dat we met z’n allen over het algemeen onbewust van die gave communiceren, blijft het een boeiende vaardigheid. Als je bedenkt wat er allemaal in het lichaam gebeurt voordat we iets kunnen begrijpen of zeggen dan is het een wonder dat verbale communicatie kan slagen.
Een reeks van experts uit Nederland en Engeland sprak over erfelijkheid, meertaligheid, specifieke taalontwikkelingsstoornissen* en wat het betekent om een taalstoornis ten hebben. Vanuit verschillende perspectieven werd belicht hoe deze zaken een rol spelen bij de taalverwerving en de problemen die daarbij kunnen optreden.
We weten ook heel veel nog niet, maar het wordt steeds inzichtelijker wat we nog niet weten. Dat is ook wetenschap. Toch?
De verschillende perspectieven werden neergezet door een neurolinguïst, taalkundigen, logopedisten, psycholinguïst, ….en een ‘ervaringsdeskundige’.
Het was fijn om verschillende onderzoeken gepresenteerd te zien op een manier die de 400 aanwezigen onderdompelden in visuele ondersteuning bij een gesproken verhaal. Op een levensgroot scherm werden behalve de PowerPoint presentaties ook de spreker getoond en was er simultane ondertiteling. En alsof dat niet genoeg was werd de hele dag getolkt door twee gebarentolken. Respect! Ik kan niet begrijpen dat er in de ‘gewone’ wereld nog altijd zo lacherig gedaan wordt bij gebaren.
De grootste verrassing van de dag kwam voor mij niet uit de wetenschappelijke hoek, maar bracht David. Een jongen van 23 jaar. Afgestudeerd elektricien. Zeer communicatief ingesteld en, voor een man, heel open over zijn gevoelens. Zijn opleiding had hij vanaf de basisschool kunnen doorlopen met hulp van logopedisten, speciaal onderwijs en ambulante begeleiders. Hij heeft namelijk een specifieke taalontwikkelingsstoornis. Niets zo onzichtbaar als dat, maar wel heel belemmerend en dat kon hij zo goed uitdrukken. Hij verwoordde dat een taalstoornis niet over gaat en dat het echt heel vervelend is om er een te hebben. Op zijn manier vertelde hij de experts en wetenschappers in de zaal wat het betekent om een taalstoornis te hebben.
Over vriendschap: hij heeft één goede vriend die begrijpt hoe ze met elkaar kunnen praten.
Over werk: het lukt hem na twee korte aanstellingen die mislukten als gevolg van communicatieproblemen met de leidinggevenden niet om aan werk te komen. Het UWV doet alleen aan schriftelijke aanvragen, maar het lukt hem niet zijn verhaal op papier te zetten. Hij wil liever iemand te spreken krijgen, zodat hij goed kan uitleggen wat hij heeft en op welke manier hij beter kan communiceren. Daar doet deze instelling echter niet aan. Schriftelijk of niet. Hij kan wel een jobcoach krijgen, alleen kan dat pas als hij een baan heeft. David vertelt indringend dat hij een jobcoach nodig heeft om aan een baan te kunnen komen. Solliciteren met een taalstoornis is niet gemakkelijke. En al helemaal niet in deze tijd. Begeleiding kreeg hij nog toen op een onderwijsinstelling zat. Nu dus niet meer. Nu schakelt hij zijn moeder in als hij echt even ondersteuning van zijn communicatie nodig heeft bij het regelen van zaken.
Over zijn leven: het is niet gemakkelijk om je niet begrepen te voelen en om je niet gemakkelijk te kunnen verwoorden. De wereld heeft daar weinig geduld voor en begrijpt niet wat nou eigenlijk je probleem is.

Tips die hij de aanwezigen meegaf waren:
1: Goed blijven begeleiden op school, maar niet pamperen. Dit maakte de overgang van het voortgezet speciaal onderwijs in kleine groepen naar het beroepsonderwijs met grote groepen studenten erg zwaar.
2: Geduld hebben. Geef mensen met taalstoornissen tijd om de taal te begrijpen en verwerken en om hun antwoorden te formuleren. Val ze daarbij niet in de rede en vul hun zinnen ook niet aan. Dat werkt eerder verwarrend dan helpend. Ook komt het niet zo aardig als iemand jouw zinnen steeds afmaakt. Dit laatste zei David niet, maar vul ik in, want het zou mij persoonlijk erg irriteren als iemand op die manier inbreekt in wat ik wil zeggen.

Schrijnend dat deze jongen, en er zijn er veel meer van, buiten de deuren van deze congresruimte zoveel moeite heeft om te begrijpen en begrepen te worden.
Maar de zaal zat ook vol mensen die gewend zijn om te communiceren met kinderen en volwassenen met communicatieve handicaps.

Laten we doorgaan met het onder de aandacht brengen van deze doelgroep. David werd aan het eind van de dag aangewezen als de ultieme ambassadeur voor de doelgroep. Ondanks zijn beperkte taalvermogen was hij misschien wel de meest indrukwekkende communicator van de hele dag.